Onderwijsaanbod

Frisse lucht en even geen beperking ervaren!

In Lelystad gaan leerlingen succesvol naar de les locatie op educatieve zorgboerderij De Huif. Sinds 2016 werken SCPO Lelystad en Eduvier samen in deze pilot. Het is een arrangement wat zijn kracht ontleent aan het bieden van onderwijs in combinatie met speciale begeleiding op sociaal- emotioneel gebied en natuurbeleving.

Onderzoek en achtergronden

Uit internationaal onderzoek (o.a. Boston, environmental education) is inmiddels bekend dat een natuurrijke omgeving een positieve invloed heeft op het leren. Ook wordt gesteld dat de motivatie om te leren toeneemt als een natuurlijke omgeving als leercontext wordt gebruikt.
Luc Stevens (2004) stelt in zijn wetenschappelijk onderzoek dat ieder mens is gebouwd om zichzelf te ontwikkelen en een natuurlijke behoefte heeft aan relatie, autonomie en competentie. Als in voldoende mate is voldaan aan de behoefte relatie (‘anderen waarderen mij en willen met mij omgaan’), aan de behoefte aan autonomie (‘ik kan het zelf, hoewel niet altijd alleen’) en aan de behoefte aan competentie (‘ik geloof en heb plezier in eigen kunnen’) is er welbevinden, motivatie, inzet en zin in leren. Als er op school een situatie ontstaat, die leidt tot ernstige taakhouding- en motivatieproblemen, is er een en ander mis m.b.t. deze psychologische basisbehoeften.
Het arrangement ‘De Huif’ biedt een perspectief aan de leerling om weer vertrouwen in zichzelf te krijgen en zich competent te voelen.

Er nemen 12 leerlingen deel aan dit arrangement: 4 leerlingen speciaal basisonderwijs, 4 leerlingen reguliere basisscholen en 4 leerlingen speciaal onderwijs cluster 4. De deelname voor 1 dag in de week betekent een ontlasting van de school en de leerkracht en vooral voor het kind zelf veel positieve ervaringen!
Door slim de kosten van individuele begeleiding, die deze leerlingen meestal anders toegewezen zouden krijgen, te bundelen is het mogelijk hen een volledige dag op de boerderij te bieden. Ze worden daarbij begeleid door 3 professionals: 2 leerkrachten speciaal basisonderwijs en in dit geval de boerin die beschikt over een onderwijsbevoegdheid.

Leren in leslokaal en natuur

Elke maandag komen de leerlingen naar de boerderij waar zij worden opgevangen door de begeleiders. Meteen wordt met hen het plan en de organisatie voor deze dag doorgenomen.
Drie leerlingen gaan met de boerin naar de dieren. Welke verzorging is nodig? Wie moeten er eten? Welk hok moet schoon? Er wordt met de leerlingen overlegd wat nodig is en een klussenlijst opgesteld. Hierdoor krijgen zij ook een eigen verantwoordelijkheid. Tussendoor biedt de boerin rekenvaardigheden aan, zoals wat is 5 liter? In welke emmer gaat dit? Als er 5 dieren zijn, hoeveel krijgt elk dier dan? Er komt geen rekenpapiertje aan te pas!
Drie andere leerlingen gaan met de leerkracht naar de tuin of de kas. Eerst observatie, staat er onkruid wat er niet hoort, kan er iets geoogst worden? Ook in de winter zijn er genoeg activiteiten te doen, bijv. wilgen knotten, riet snijden, hout stapelen, enz. Hout wat later weer gebruikt wordt om de kachel te laten branden. Hierbij staat vooral samenwerken centraal. Het zijn vooral veel fysieke activiteiten, maar ook veel ‘rustmomenten’ die de leerkracht gebruikt om met hen in het groepje te praten over school: wat lukt wel, wat niet zo goed, wat ging er mis, enz. Aan de hand van het begeleidingsplan wordt voor elke leerling een speerpunt benoemd om de komende week op school aan te werken. De volgende week wordt daarop teruggekomen.

De andere 6 leerlingen gaan naar het leslokaal. Hier wordt individueel of in kleine groepjes gewerkt aan de opdrachten die ze van hun school meekrijgen voor lezen, taal, rekenen. Dit wordt met de leerkracht van de school van de leerling afgestemd. De leerkracht weet dan of de leerstof aangeboden moet worden in de vorm van re-teaching of pre-teaching. Door de kleine setting weten de leerlingen hier optimaal van de profiteren. Omdat maandag de ‘Huifdag’ is, zijn de leerlingen zelf verantwoordelijk er voor te zorgen dat het werk van school meegenomen wordt. Halverwege de ochtend wordt er gewisseld. De twee eerste groepjes gaan dan naar het leslokaal. Over de lessen in dit leslokaal merken de leerlingen vaak op: ‘Hier word ik niet zo afgeleid als op school’. Het leslokaal is fundamenteel in dit arrangement. Hiermee wordt deels het schoolse ritme vastgehouden. Ook ervaren de leerlingen dat op de boerderij wel degelijk ‘gewoon’, zoals een leerling dit benoemde, geleerd moet worden!

In het middagprogramma worden de leerlingen opnieuw verdeeld over de begeleiders. De boerin richt zich dan vooral op de verzorging van de pony’s en de paarden. Een ander groepje gaat naar het bos, voor werkactiviteiten maar ook spel en samenwerkingsopdrachten. Het derde groepje richt zich op creatieve vaardigheden zoals houtbewerken, techniek enz. De basis voor de inhoud van deze activiteiten vormen de kerndoelen van SLO voor natuur en techniek.
Het accent ligt echter op sociale vaardigheden en leren omgaan met hun emotie.

Er is voor gekozen om de leerlingen een volledige dag naar de boerderij te laten gaan en ook langdurig, nl minimaal een half jaar, om te werken aan de basisbehoeften en hen sterker te maken voor weer volledige terugkeer naar de eigen school. Er kan eenmaal met een half jaar verlengd worden, wat vaak de praktijk is. Voordeel hiervan is dat zij dan ook een volledige seizoenen cyclus doormaken.

Samenwerken van regulier en speciaal onderwijs

De grootste uitdaging en onbekende factor bij de start van de pilot in 2016 was de combinatie van leerlingen uit zowel regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs, cluster 4.
De scholen melden de leerlingen aan. Bijna altijd gaat dit om langdurige gedragsproblemen. Bij sommige kinderen is de relatie met leerkrachten en medeleerlingen verstoord geraakt. Ook laten ze zich amper corrigeren door leerkrachten. Deze leerlingen vragen enorm veel energie van leerkracht en omgeving. In een aantal situaties geven leerkrachten aan dat prikkels zo sterk overheersen, dat het leren belemmerd wordt.
Bij de intake gesprekken blijkt dit een dominante gemeenschappelijke factor te zijn. De leerlingen zelf geven aan dat ze op school in de verdrukking zitten. Ze zijn in het algemeen erg negatief over school. Ruzies en conflicten met anderen kenmerken hun bestaan. Daarnaast worden leerlingen aangemeld met sterk internaliserend gedrag, waarbij op school onvoldoende aan hun (onderwijs)behoeften tegemoet kan gekomen worden.
De theorie van een vecht- of vluchtreactie lijkt hier van toepassing. De leerlingen ervaren de school als niet veilig, waardoor er stressreacties ontstaan met reactie van vechten en vluchten tot gevolg.

Resultaten

Wat maakt dat dit op de boerderij eigenlijk nauwelijks tot escalaties leidt? De gedragsproblemen die om welke reden of beperking dan ook zich voordoen op hun school komen op de boerderij amper voor. Wat maakt dat de leerlingen aan het eind van de dag vrijwel altijd aangeven dat ze een fijne dag hadden? Wat maakt dat ouders berichten dat ze na de ‘Huifdag’ de kinderen zo anders en positiever thuiskomen?

Op de Huif wordt niet gevraagd naar de beperking. De leerkrachten kennen de beperking van de leerlingen, maar nemen dit niet als uitgangspunt van hun handelen. In de eerste weken zien we vaak ook de angsten van deze leerlingen voor de nieuwe omgeving, bijv. bij het aaien van een dier, niet het donkere gangetje van de hooiberg in te durven. Of juist omgekeerd, verbale stoerheid die wegsmelt als er activiteiten in het bijgelegen bos zijn.
De leerlingen hoeven zich minder te bewijzen. Ze mogen hier ( in grote mate) zichzelf zijn. Dit biedt hen veiligheid. Dan blijken ze wel degelijk in staat om de aansturing door de begeleiders te accepteren en ook tot leren te komen.
De leerresultaten op de scholen zijn vrijwel altijd op of boven verwacht niveau. Ook laten de meeste leerlingen sociaal-emotioneel ( getoetst met Viseon) een positief resultaat zien.
Na ruim anderhalf jaar blijkt dat dit arrangement krachtig in het bieden van onderwijs in combinatie met speciale begeleiding op sociaal- emotioneel gebied en natuurbeleving. Hoewel niet altijd, maar veelal, wordt voorkomen dat leerlingen instromen in een vorm van speciaal ( basis) onderwijs. Voor de cluster 4 leerlingen ontstaat een zingeving, die een gang naar school in stand kan houden.

Toekomst

Aanvankelijk is de lesplaats op de Huif bedoeld en ook ingezet als preventief arrangement. Sinds kort is een tweede dag gestart voor leerlingen die volledig thuis zijn komen te zitten, met als doel op zo kort mogelijke termijn terugkeer naar onderwijs. In overleg en met begeleiding van het samenwerkingsverband wordt gezocht naar mogelijkheden van terugkeer naar de eigen school, een andere school of andere vorm van onderwijs. Ook hier werpt de constructie van begeleiding op sociaal emotioneel gebied, natuurbeleving én ‘gewoon’ onderwijs (in cognitieve vaardigheden) zijn eerste vruchten af.

Gjalt Veeninga is projectleider van het arrangement De Huif in Lelystad.